ONDERWEG ONTDEKTE JEAN-BAPTISTE DE LA SALLE ZIJN WEG ... GEROEPEN VOORBIJ DE GRENZEN |
Door onvoorziene omstandigheden raakte Jean-Baptiste De La Salle verwikkeld bij de oprichting van scholen voor kinderen van ambachtslui en armen in de eerste plaats, maar zonder anderen van zijn onderwijs uit te sluiten. Hij deed dit niet alleen, maar samen met zijn meesters. Ontmoetingen onderweg deden hem van het ene engagement in het andere rollen, ongewild en ongevraagd. Maar ze brachten hem ook van zijn stuk en deden hem voorbij de grenzen gaan. Eigen aan de religieuze persoonlijkheid van De La Salle is dat hij zich rekenschap gaf van wat er aan hem gebeurde. Zijn onderscheidingsvermogen bracht hem ertoe datgene wat hem overkwam te verbinden met Gods plan met de mensheid - en zijn eigen plek in dat ruimere plaatje. Dit proces doorweeft het hele leven van De La Salle, op basis van voortdurende reflectie op datgene wat hem gaandeweg overkomt. Zijn gids in dit project was het verhaal van Jezus, zoals neergeschreven in het evangelie.
In de herfst van 1682 raakt De La Salle verwikkeld in een ernstig conflict met zijn meesters. Zijn meesters wijzen hem op de kloof tussen zijn economische en sociale situatie en de hunne. Hij had in alle opzichten een 'veilige en verzekerde' situatie dankzij zijn herkomst. De meesters daarentegen waren totaal onbeschermd. Mochten de scholen mislukken, betekende dat voor hen dat ze met lege op straat terecht zouden komen. Maar hij was veilig. Dit raakte De La Salle zodanig dat hij zich hierover bezon in zijn meditaties. Zijn innerlijke wereld stortte in. De confrontatie met zijn meesters en zijn persoonlijke reflectie erop wijzigde grondig zijn manier om de sociale situatie te bekijken: niet meer vanuit de hogere klasse, maar vanuit de concrete realiteit van diegene waarmee hij geconfronteerd wordt. Vanuit zijn evangelische roeping kreeg dit verregaande gevolgen. Geïnspireerd door Mc. 10,21 'Aan één ding ontbreekt het u nog: ga verkopen wat u hebt en geef het aan de armen, en u zult een schat hebben in de hemel. Kom dan terug om Mij te volgen' gaf hij tijdens de grote hongersnood van 1684 zijn persoonlijk fortuin aan de armen (zie afbeelding). Dankzij die daad - die zijn meesters hem niet echt in dank afnamen omdat zij niet deelden in de koek - ontdeed hij zich van zijn persoonlijke economische verzekering en koos radicaal de kant van de armen. Nu was er geen weg terug meer.
Door met zijn meesters samen te leven ontdekken De La Salle gaandeweg een nieuwe wijze van meester-zijn maar ook van christen-zijn. Het samen leven en werken met zijn meesters bracht deden hem inzien dat we als christen allemaal geroepen zijn door ons doopsel. Dit is geen voorrecht dat enkel aan kerkelijke religieuzen toebehoort, maar een roeping voor alle gelovigen.
In de herfst van 1682 raakt De La Salle verwikkeld in een ernstig conflict met zijn meesters. Zijn meesters wijzen hem op de kloof tussen zijn economische en sociale situatie en de hunne. Hij had in alle opzichten een 'veilige en verzekerde' situatie dankzij zijn herkomst. De meesters daarentegen waren totaal onbeschermd. Mochten de scholen mislukken, betekende dat voor hen dat ze met lege op straat terecht zouden komen. Maar hij was veilig. Dit raakte De La Salle zodanig dat hij zich hierover bezon in zijn meditaties. Zijn innerlijke wereld stortte in. De confrontatie met zijn meesters en zijn persoonlijke reflectie erop wijzigde grondig zijn manier om de sociale situatie te bekijken: niet meer vanuit de hogere klasse, maar vanuit de concrete realiteit van diegene waarmee hij geconfronteerd wordt. Vanuit zijn evangelische roeping kreeg dit verregaande gevolgen. Geïnspireerd door Mc. 10,21 'Aan één ding ontbreekt het u nog: ga verkopen wat u hebt en geef het aan de armen, en u zult een schat hebben in de hemel. Kom dan terug om Mij te volgen' gaf hij tijdens de grote hongersnood van 1684 zijn persoonlijk fortuin aan de armen (zie afbeelding). Dankzij die daad - die zijn meesters hem niet echt in dank afnamen omdat zij niet deelden in de koek - ontdeed hij zich van zijn persoonlijke economische verzekering en koos radicaal de kant van de armen. Nu was er geen weg terug meer.
Door met zijn meesters samen te leven ontdekken De La Salle gaandeweg een nieuwe wijze van meester-zijn maar ook van christen-zijn. Het samen leven en werken met zijn meesters bracht deden hem inzien dat we als christen allemaal geroepen zijn door ons doopsel. Dit is geen voorrecht dat enkel aan kerkelijke religieuzen toebehoort, maar een roeping voor alle gelovigen.